Uglich
Uglich is een dorp in de Yaroslavl regio met 39.000 inwoners. Hier worden klokken, horloges, kaas en andere melkproducten gemaakt. Tevens beschikt het over een waterkrachtcentrale en is er een museum voor kunst en geschiedenis.
De naam stamt af van het woord “ugol” wat hoek of bocht betekend. Bij het dorp maakt de Volga een scherpe bocht, wat de naam verklaard.
Ondanks dat het dorp reeds in 937 is gesticht, is de eerste vermelding in de geschiedenisboeken pas in 1148. Volgens de lokale legende woonde hier de Heilige Princes Olga. Het diende als hoofdstad van de Uglich vorstendom van 1218 tot 1238, waarna het werd verwoest door de Mongolen, die nagenoeg de hele bevolking vermoordde. De rest werd gevangen genomen of vluchtte in de dichte bossen die het dorp omringen. In de 14e eeuw begon Moskou met het samenvoegen van land en werd Uglich opgenomen in het vorstendom van Moskou. In 1371 werd het dorp wederom verwoest door de prins van Tver die het plat brandde in de strijd om de macht die hij voerde met Moskou.
In de 15e eeuw kwam het dop weer tot bloei en sloeg het zelfs haar eigen geld. Na de door van Ivan de Verschrikkelijke werd zijn zoon Prins (Tsaar) Dimitry, de laatste in de Rurik dynastie, samen met zijn moeder naar Uglich gezonden, waar hij in 1591 werd omgebracht. Zijn dood was niet alleen een tragedie voor zijn familie, maar het werd ook gevolgd door vele problemen in Rusland, zoals moorddadige conflicten en de Poolse Invasie. Drie Dimitry’s op rij deden zich vals voor als de troonopvolger en claimde Prins Dimitry te zijn. Ze werden bekend als de Valse Dimitry’s. In 1606 werd de prins heilig verklaard en werden zijn relikwieën naar de Aardsengel Kathedraal in Moskou gebracht.
Tijdens de Poolse invasie in 1611 werd Uglich wederom vernield en haar bevolking afgeslacht. Na deze ramp werd het dorp langzaam opnieuw opgebouwd. Dit proces werd gehinderd door het besluit van Peter I dat buiten St. Petersburg geen stenen gebouwen mochten worden gemaakt. Daarnaast beval hij dat de kerkklokken van Ulgich omgesmolten moesten worden om er kanonnen van te maken voor de oorlog met Zweden. Tijdens de periode dat Catherina II aan de macht was groeide het dorp echter snel en bloeide het op.
In de 19e eeuw leefde de inwoners een rustig, maar goed ontwikkeld provinciaal leven. Er werden musea, een bibliotheek en een theater geopend.
De revolutie van 1917 veranderde de historische koers van het dorp. Door de bouw van de waterkrachtcentrales in 1930 werd het aanzicht zwaar beschadigd. Het klooster, een belangrijk architectonisch bouwwerk, en ander kerken en gebouwen uit de 15e, 16e en 17e eeuw werden opgeblazen en daarna overstroomd. Het grote gebouw van de waterkrachtcentrale staat nu op de plaats van het voormalige klooster.
Een team restaurateurs is sinds 1952 bezig met het opnieuw opbouwen van het oude historische centrum van de stad. Dit heeft geresulteerd dan vele oude gebouwen gered zijn van hun ondergang. Volgens het plan voor de ontwikkeling van Uglich zal het historische centrum intact worden bewaard.